Tweede Mobiliteitsdebat 2012

Tweede Mobiliteitsdebat 2012

Mobiliteitsdebat ‘Ontwikkeling en potentie van snelfietsroutes’, 5 juni 2012, DroomVillaLUX, Nijmegen

 

Organisatie: Jos Sluijsmans, Fietsdiensten.nl

 

Met Sjors van Duren, Stadsregio Arnhem Nijmegen, Arnold Hellfrich, Mobycon / Offensief Bereikbaarheid, Niels van de Wal, NVHPV.

 

Gespreksleider: Rosalie Thomassen

 

Verslag debat Snelfietsroutes

Verslag van een bezoeker van het Mobiliteitsdebat over snelfietsroutes op dinsdag 5 juni 2012 in VillaLUX in Nijmegen.

 

De opkomst was redelijk, de kwaliteit hoog, dat dan weer wel. Alleen echt geïnteresseerd, goed onderlegd en serieus publiek. Veel feitenkennis gestaafd met gerichte onderzoeken. Toch bekroop mij het gevoel dat mijn interesses en kijk op zaken in een andere hoek zit dan de rest van de zaal. Ik bekijk dingen op een ander niveau, ik zeg niet hoger, gewoon anders. Te vaak had ik het idee dat men veilig dicht bij huis bleef. Logisch, het ging ook over praktische en lokale zaken. Snelfietspaden in en door en naar Nijmegen en E-bikeprojecten met steun van lokale overheden en bedrijven om mensen uit de auto in de spits te krijgen.Mooie en loflijke projecten die hout zagen zo op het oog.
Hoe kan ik het anders positief uitleggen?

 

Het is gewoon geweldig dat er een RijnWaal(snelfiets)pad gerealiseerd wordt. Prachtig dat na veel moeizaam getouwtrek geld vrijgemaakt is voor een fietsbrug over de A325 bij Lent. En toch ben ik niet blij. Waarom niet? Wie ooit wel eens van Arnhem naar Nijmegen fietst weet dat het gewoon een armzalige route is. Het werd gewoon hoog tijd dat daar überhaupt een fatsoenlijk fietspad kwam en mogelijk een gewoon goede fietsverbinding. Dat het een snelfietsverbinding is geworden is niet meer dan logisch. Toch? Kennelijk niet dus, gezien de moeite die er aan vooraf gegaan is om het financieel rond te krijgen, terwijl het slechts een fractie kost van over diezelfde afstand een OV en een auto verbinding te leggen. Het is maar hoe je het bekijkt.

 

Als al die forensen over een mooie vlotte fietsroute kunnen beschikken zouden er vast meer mensen vanzelf de fiets pakken. Dan hoef je ook geen e-bikes uit te delen om ze uit die auto te krijgen. Maar die logica ligt niet voor de hand op de een of andere manier. Het wil er gewoon niet in.

 

Ook in deze zaal en bij dit publiek was moeilijk van het idee af te komen om meer dan 6 km met een fiets af te leggen en de fiets als serieus alternatief voor de auto te zien. En dat niet alleen in de spits, maar over de horizon.

 

Het E-bike project is een positieve stimulering om de forens uit zijn auto te lokken. Toch is er maar budget voor 700 fietsen waarvan er al wel 250 vergeven zijn in 2 maanden. Van de ene kant is het nu al een groot succes te noemen, maar om nu te beweren dat hiermee 10% minder spitsdruk is behaald, gaat me wat te ver. Belangrijker lijkt mij dat die gemotoriseerde forens kennelijk met de juiste stimulering wel degelijk bereid is zijn heilig koe te verlaten. Dat is heel goed nieuws.
Wat ik dan weer jammer vind is dat de discussie weer verzand in de snelheid van de E-bike. Moet je harder willen? Is dat veiliger? Ben je dan ook echt sneller op je plaats van bestemming? Wel of niet een bezwete rug op je werk of bij een afspraak. Hoe erg is dat nu eigenlijk? Het onderlinge snelheidsverschil is gevaarlijk, meerdere rijstroken enz. enz. Wat een geneuzel! Welke prioriteiten stelt men? Zijn het argumenten of drogredenen? Dat moet iedereen voor zichzelf dan maar uitmaken. Ik zeg, het kan anders. Maar je moet wel willen en je er voor openstellen en de algemeen geldende gedachtegang over fietsen laten varen. Toen ik thuis kwam kreeg ik een mooie tweet van Helga van Leur: Verwar de waarheid niet met de mening van de meerderheid.
Het is volgens mij werkelijk heel simpel allemaal. Daarmee kom je gelijk op het laatste onderwerp van het Mobiliteitsdebat; De F12 fietssnelweg.

 

We zijn allemaal bekend met hoe je met een auto reist. We accepteren dit als ‘norm’. Dit kan je recreatief doen of snel verplaatsen van a naar b. Je kan hard rijden of je kan doorrijden (daar zit een wezenlijk verschil in).  Je kan ook kiezen rustig en makkelijk van a naar b te reizen. We beschikken hiervoor over mooie snelwegen, een autowegennet en een netwerk van provinciale wegen. Je kan dit nog verder fijnmazig maken met landelijke wegen.

 

Probeer je deze manier van verplaatsen te projecteren op fietsen, blijkt dit plotseling op hindernissen te stuiten. Niet alleen ontbreken geschikte wegen voor snel verplaatsen met een fiets op hoge en ongehinderde snelheid, ook als je je gewoon makkelijk wilt verplaatsen met de fiets ontbreekt vaak goed eenvormig wegdek, veel in de voorrang en goede uniforme en duidelijke wegbewijzering voor doorgaande routes. Wat me nog meer bevreemd is dat er weinig tot geen voedingsbodem is voor het opzetten van een landelijk dekkend netwerk voor fietsen om lekker vlot en moeiteloos door te kunnen fietsen. Ik zeg bewust even niet hard of snel fietsen.

 

De snelfietsroutes waar vanavond over gepraat werd, hadden meer een grootstedelijk functie. Zelfs het in voorrang nemen van de fietser had geen hoge prioriteit, terwijl dit voor de auto als normaal wordt beschouwd. Dit bevreemd mij zeer. Ik had in dit gezelschap, dat zich hiermee beroepshalve bezig houdt, een ander houding en insteek verwacht. Niemand zal accepteren dat er voor een kruisende zijweg op een autosnelweg voorrang verleend moet worden of gestopt moet worden voor een trein.
Men ontwerpt voor en springt in de bres voor de fietser, maar onderwerpt zich als vanzelf aan de eis dat de automobilist er niet onder mag lijden of hinder van mag ondervinden. Er wordt gemeten met een maat waarin de auto in het voordeel is.
Ook kan men zich moeilijk een voorstelling bij maken dat fietsers eigenlijk hetzelfde wensen als een automobilist. Dezelfde rechten en gelijke behandeling. Dat is toch niet te veel gevraagd? Technisch is dat uitvoerbaar zonder dat andere partijen benadeeld worden en toch zoekt men daar niet naar.
Waarom moet een fietser met veel inspanning een helling op over een autoweg als de auto zonder moeite ook met een brug over het fietspad kan gaan, of door een tunnel er onderdoor? Waarom gaat een autosnelweg in een rechte lijn van a naar b en moet een ‘fietssnelweg’ met haakse hoeken lopen en omwegen om een ‘veilige’ kruising met autoverkeer te maken? Ik kan die gedachtegang niet volgen. Misschien weinig inlevingsvermogen van de beleidsmaker of ontwerper van een fietstraject. Wellicht is hij/zij zelf geen of hooguit incidenteel recreatiefietser?

 

Ik ga er van uit dat Nederland vanaf mijn woonplaats, centraal in het land gelegen, met ca. 4-5 uur te befietsen is tot in nagenoeg elke uithoek. Dus in een halve dag fiets ik naar Groningen, Den Helder, Middelburg of Venlo. Dat gaat denk ik iets buiten het voorstellingsvermogen van de aanwezige in de zaal. Daarmee wordt voor het gemak maar even aangenomen dat dit ook geldt voor de rest van de bevolking en dat ik daarmee een uitzondering ben. Het is verleidelijk deze makkelijke stelling in te nemen maar zeer onterecht. De verleiding is groot velomobielen of ligfietsen als iets uitzonderlijks te bestempelen. Dan gaat men toch voorbij aan het feit dat er vele 10-duizenden toerfietsers zijn in Nederland op een gewone fiets die dit ‘staaltje’ ook kunnen en regelmatig doen. Ze gaan zelfs nog verder.

 

Er is dus wel degelijk gegronde rede voor het aanleggen van doorfietsroutes. Om maar eens een ander woord zonder nadruk op snelheid te leggen. Men wil gewoon lekker doorfietsen over langere afstand zonder daarbij direct met hoge snelheid te fietsen.

 

PowerPointPresentatietie van Niels van der Wal:  F12 Den Haag – Arnhem 

 

Het relaas van Niels van der Wal over de F12 kwam al snel in een dal. De aandacht verslapte. Men kon zich er simpelweg geen beeld bij vormen bij gebrek aan eigen ervaring. Dus de noodzaak van een snelfietsroute van Den Haag naar Arnhem ontging hen, had ik de indruk, laat staan landelijke dekking. De vraag waarom langs een snelweg, geeft dit al aan. Als je met de auto kiest voor de snelweg ga je toch ook niet vanwege de mooie rit? Maar om vlot en soepel zonder al te veel gezoek en oponthoud op je plaats van bestemming te komen. Het is geen toertocht? De realisatie parallel aan een bestaande autosnelweg ligt voor de hand. Deze wegen zijn uit een behoefte ontstaan en aangelegd. Ze lopen dicht langs of door belangrijke gebieden of steden. Dat is dezelfde rede en doel waarvoor snelfietspaden gebruikt gaan worden. Je woont in Utrecht en werkt in Gouda. In mijn beleving heel normaal om met de fiets die afstand te overbruggen. Maar je wil wel vlot en zonder obstakels, zoals rivieren en drukke kruisingen met verkeerslichten. Een combinatie van vervoer is ook mogelijk. Het is duidelijk niet de opzet om van Den Haag naar Arnhem te scheuren met de fietsen. Het zou wel mogelijk zijn maar niet het hoofddoel van F12. Je kan erop en eraf waar men wil.
Ik kan mij voorstellen dat je vanuit Utrecht kiest voor de trein of auto tot aan Gouda. Daar op de fiets stapt over de F12 naar Zoetermeer. Dat spaart reiskosten of voorkomt vaststaan in de file. Het geeft je ook meer vrijheid van reizen en reistijden, wat bij het OV niet altijd het geval is.

De vragenronde van Niels verzandde helaas in een aandachtsverschuiving van het eigenlijke onderwerp, de F12, naar de velomobiel die voor in de zaal stond opgesteld. De link tussen lange afstanden en snelheid werd gemaakt. De gebruikelijke vooroordelen kwamen van stal. Met de daarbij horende vragen. Hoe hard gaat hij? Is dat veilig? Moet hij niet verbannen worden van het fietspad? Wat kost dat? Wat duur……. Zonder schromen koopt met wel een carbon racefiets in gelijke prijsklasse om enkel op zondagochtend een stukje te gaan fietsen. Verbaast niemand zich over. Of een auto met een drie- of viervoudige waarde die tot nul reduceert in enkele jaren. De velomobiel is een zinvol, comfortabel, heel jaar rond vervoermiddel wat ook nog eens waardevast blijft. Daarnaast ook nog onderhoudsarm en duurzaam. Maar dat is niet wat men wil horen. Men maakt het verhaaltje zelf af en kleurt het plaatje…duur en gevaarlijk dus. Jammer.

 

Dat deze paar (ca. 1400) velomobielen met elkaar per jaar tientallen miljoenen kilometers bij elkaar fietsen is zelfs in ligfietsland nog onderbelicht.